De oeroude doodlopende Amsterdamse steegjes, ook wel gangen of sloppen genoemd ontstonden al in de middeleeuwen. Ze komen in de hele binnenstad voor maar minder in de grachtengordel omdat het bij de stadsuitleggingen van 1613 en 1662 niet was toegestaan om inpandige sloppen aan te leggen. In het bouwblok moesten tuinen komen. Om die reden treffen we stegen en gangen vooral aan in het middeleeuwse stadshart en ook in de Jordaan die weliswaar tegelijk met de grachtengordel werd aangelegd maar waar geen strenge regels golden.

Stegen lopen door naar een volgende straat. “Gangen” zijn stegen die doodlopen, b.v. op een blokje inpandige huizen. Een slop was het doodlopende einde van een smalle steeg of gang waaraan b.v. een tot eenkamerwoningen verbouwd pakhuis, werkplaats of stal was gelegen. De mensen leefden er zeer dicht op elkaar in soms wel 10 tot 12 woninkjes per slop.
Binnen de grenzen van ons Stadsdorp valt het een en ander aan sloppen, gangen en stegen te ontdekken. Zo kijk je weer eens met een andere blik naar de buurt.



Prinsengracht
359-373 Oude Noldersgang
439-443 Overbouwde gang
509-525 Kalvergang
551-555 Goudslagersgang
615-625 Klaverbladsgang

Keizersgracht
207-209 Eigen erf
332-370 Liefde is het fundament
385-387 De vergulde Ster
486-488 Messina

Herengracht
227-331 Slob
283-285 Groene Kaarssteegje
423-425 Katersteeg
425-427 Oude Bokkengang

Elandsgracht
Naast 27 Koningsgang
Naast 13 Koninginnegang

Oude Looiersstraat
50-54 Naaldenmakersgang
91-93 Blauwe gang

Passeerdersstraat
16-18 Steeg
53b-55 Ketelgang

Leidsegracht
108-110 Prutgang

Klik hier om een volledig kaart van de sloppen en gangen in de Amsterdamse binnenstad te bekijken.

In de Europese steden werden, vooral in de 19e eeuw ten tijde van de industrialisatie, grote aantallen van deze sloppen aangelegd achter de huizen die aan de doorgaande straten lagen. Deze onderkomens vormden letterlijk een achterbuurt.

Het waren uiteindelijk de slechte woonomstandigheden die het stadsbestuur in de 20ste eeuw er toe bracht ingrijpend te saneren. Een complete bewoningsgeschiedenis werd weggevaagd. Eeuwenoude structuren en bouwwerken werden meedogenloos gesloopt. Van de ooit ruim 1.300 steegjes, zijn nu nog zo'n 300 gangen inclusief hofjes over. Toen na 1860 de straatnaambordjes werden geïntroduceerd, werden de steegjes overgeslagen, vermoedelijk omdat men van die “onderwereld” af wilde.



Erfgoedorganisaties en raadsleden, maar ook de Amsterdamse brandweer, vroegen om meer inzicht in de oude Amsterdamse stegen, sloppen en gangen. Na een inventarisatie in 2019 werd een interactieve digitale kaart gemaakt waarop alle stegen, sloppen en gangen te vinden zijn, plus extra achtergrondinformatie. Vervolgens heeft de gemeente bij de ingang van zo'n honderd stegen een straatnaambordje met de historische naam geplaatst. De bordjes zijn wit met blauwe letters. Op deze manier blijft de herinnering bewaard aan deze vaak afgesloten straatjes.

In het Parool stond een leuk artikel over het kruip- en sluip-door: onbekende stegen en sloppen staan weer op de kaart. Door op deze regel te klikken kom je bij het artikel.