Zaterdag 29 mei 2021 was (eindelijk) weer een zonovergoten dag, heel anders dan een week daarvoor. De twaalf wandelaars van de 10+ KM Stadsdorp wandelgroep werden dan ook beloond voor hun inspanningen in de Kennemer duinen met zon en een vaak strakblauwe lucht én met de aanblik (en de geurervaring) van overdadig bloeiende meidoorn.

Vertrekpunt voor de twee groepjes van zes wandelaars was ditmaal station Santpoort Noord. Langs een manege (die bij velen van ons aangename jeugdherinneringen losmaakte) en een laan met aan weerszijden statige beukenbomen, bereikten we al snel huis Duin en Kruidberg. Dit landhuis met kasteelachtige afmetingen (oorspronkelijk waren er zestig kamers) is in 1908 in neo-Hollandse renaissancestijl gebouwd voor de puissant rijke Jacob Theodoor Cremer (1847-1923).



Hij had zijn geld vooral verdiend in Deli op Sumatra, in de tijd dat met tabaks- en later rubberplantages het goud voor het opscheppen lag, maar ook met latere handels- en industriële activiteiten ging het hem steeds voor de wind. In 1907 gaf hij vader en zoon Van Nieukerken (later ook verantwoordelijk voor het huidige Tropenmuseum) opdracht op een van zijn bij Santpoort aangekochte landgoederen een kolossaal buiten te bouwen, waar hij in stijl zijn talrijke gasten (Cremer was een bekwaam netwerker) kon ontvangen. De tuinen er omheen werden ontworpen door tuinarchitect Leonard Anthony Springer, ook niet de eerste, de beste.

Het huis is nu hotel en op het terras daarvan konden onze wandelaars, ook in stijl, van hun ochtendkoffie genieten.



Maar daarna moest er gelopen worden, echt gelopen, want de wandeling zou uiteindelijk ruim 13 km beslaan. Soms over een gemakkelijk schelpenpad door vlak terrein, maar soms klauterend door mul zand om een duintop te bereiken en te genieten van adembenemende uitzichten. Af en toe werd er gerust, al dan niet om iets te eten of te drinken, op een toevallige, omgevallen boomstam of op een speciaal door de terreineigenaar neergezette bank, zoals bij het Vogelmeer, met uitzicht o.a. op vele tientallen aalscholvers.



De duingedeelten hadden vaak poëtische, of in ieder geval intrigerende, namen als Grote Tobbe, Lichtbakkeet of Heilig Land, hetgeen de toch al geanimeerde conversatie weer een extra impuls gaf. Via ’t Wed, waar veel kinderen voor het eerst in lange tijd weer konden pootjebaden, bereikten we station Overveen voor de terugreis naar Amsterdam. Misschien moe, maar zeker voldaan.

De volgende wandeling is op zaterdag 19 juni.