Een grote schare wandelaars van de 10+ groep van Stadsdorp Gracht en Straatjes had op zaterdag 22 oktober 2022 wel zin in een tocht door de meest zuidelijk gelegen landgoederen van ’s-Graveland. Na regenachtige dagen was het weer ons goed gezind, bewolking die allengs optrok en een voorzichtig zonnetje dat steeds krachtiger werd.



Met het openbaar vervoer hadden we het minder getroffen, de met de dienstregeling in de hand uitgekozen bus kwam niet, en de daarop volgende leek het ook af te laten weten tot het moment dat een bus van lijn 110 zich omtoverde in 105 en wij alsnog de rit van station Naarden-Bussum naar halte Hilverbeek in ’s-Graveland konden maken (zij het met een half uur vertraging).

Opgelucht betraden wij dan ook vlakbij de uit 1658 daterende kerk (ontworpen door de Amsterdamse stadsbouwmeester Daniël Stalpaert) landgoed Hilverbeek, het begin van onze wandeling. Bij de veiling van een groot aantal percelen grond in 1634 wist Anthony Oetgens van Waveren de hand te leggen op een aantal daarvan, gelegen ten noorden en ten zuiden van de huidige Leeuwenlaan. Deze Amsterdamse koopman en burgemeester was vooral geïnteresseerd in deze landerijen als beleggingsobject, waar enerzijds zandafgravingen konden plaatsvinden (het zand werd via de ’s-Gravelandse Vaart vooral naar Amsterdam vervoerd) en anderzijds landbouw werd bedreven. De eerste bebouwing bestond dan ook uit boerenhofsteden, de mooie landhuizen verschenen pas later, vooral in de 18e eeuw. Zo is huis Hilverbeek pas gebouwd rond 1730 voor de eveneens zeer rijke Amsterdamse burgemeester Hendrik Bicker.



Landgoed Hilverbeek verlatend kwamen wij op de Leeuwenlaan, genoemd naar Coenraad Jacob de Leeuw die in de tweede helft van de 18e eeuw eigenaar was van Hilverbeek, vanwaar het maar een klein stuk lopen was naar De Serre, onze koffiestop van deze dag. Via Schoonoord kwamen we bij huis Jagtlust, waar niet alleen gewezen kon worden op allerlei bijzondere bouwsels (zogenaamde follies) bij het huis, zoals een torentje, een schelpengrot, een duiventil, en een speelhuisje voor de kinderen in de vorm van een miniatuur Amsterdams grachtenpand, maar ook op een bijzondere boom, een moerascipres. Deze boom, geplant rond 1880, een bladverliezende naaldboom (de naalden begonnen ook al hier en daar bruin te kleuren), is vooral bekend door zijn ademwortels (pneumatoforen), uit de grond komende houten uitstulpingen van 20 tot wel 50 cm hoog. Jagtlust hadden we overigens al eerder van een afstand gezien, toen we bij boerderij Stofbergen de zevenarmige linde bewonderden op een wandeling door vooral de noordelijke delen van ’s-Graveland.



Het meest zuidelijk gelegen landgoed, Gooilust, is in 1634 gekocht door Pieter Corneliszoon Hooft, de dichter, en Godard van Reede. Ook voor hen was de aanschaf een belegging, vooral vanwege het af te graven zand, want beiden waren niet kleinbehuisd, eerstgenoemde bewoonde het Muiderslot en de ander kasteel Amerongen. Huis Gooilust is in 1779 gebouwd voor Gerrit Corver Hooft, eerst met een geometrische tuin erbij, rond 1820 vervangen door een park in Engelse landschapsstijl naar ontwerp van J.L. Zocher jr. Evenals de eerder genoemde landgoederen was ook dit in handen geweest van de familie Six, voordat het overging naar Natuurmonumenten.

Wij liepen verder via een klein stukje Hilversum naar landgoed Spanderswoud en het Zuidereinde, waar we na 12 km onze buslijn 105 weer troffen, gelukkig nu zonder haperingen.



De volgende wandeling zal zijn op zaterdag 26 november 2022.