Het bloemenstalletje op de Westermarkt was op dinsdagochtend 6 juni 2023 het verzamelpunt voor een middellange wandeling door twee Amsterdamse parken. Langs Prinsengracht en Brouwersgracht liepen we naar het Haarlemmerplein, waar aan de waterkant van de poort in alle rust kon worden stilgestaan bij de geschiedenis daarvan.

Deze Haarlemmerpoort (de officiële naam is Willemspoort, maar wie zegt dat?) uit 1840 is eigenlijk al de vijfde in de geschiedenis, zij het dat deze stadspoort in de loop der tijden steeds verder naar het westen is opgeschoven.



De vierde versie, gebouwd door Hendrick de Keyser, was de eerste op deze plek, maar kwam ondanks de illustere bouwmeester jammerlijk aan zijn einde: in 1837 werd de poort wegens bouwvalligheid afgebroken. De neoclassicistische opvolger die er nog altijd staat had al geen functie meer in de verdediging van de stad, het was in het midden van de 19e eeuw vooral een barrière waar gemakkelijk stedelijke accijnzen konden worden geïnd. Aan die kant van de poort staat ook een kunstwerk, ontworpen door Lia van Vugt in 2016, ter ere van de Amsterdamse advocaat en letterkundige Jacob van Lennep (1802-1868). Maar waarom staat het beeld hier en niet elders, bij voorbeeld op een plek waar hij woonde? Van Lennep was in 1851 de oprichter van de Amsterdamsche Duinwater Maatschappij, omdat hij meende dat zijn stadgenoten wel behoefte zouden hebben aan schoon en fris drinkwater, in plaats van het sterk vervuilde water uit de grachten of het iets betere water uit de Vecht. In 1853 was de (gietijzeren) leiding tussen Vogelenzang en Amsterdam gereed en het punt waar die de stad bereikte was bij de Haarlemmerpoort: voor één cent per emmer kon hier duinwater worden getapt.

Het monument symboliseert in het materiaalgebruik die vooruitgang: roestig cortenstaal staat voor het bruine en vervuilde grachtenwater, wat dof roestvrij staal voor het betere, maar nog niet echt schone Vechtwater en spiegelend staal voor duinwater. Amsterdam, dat bij de cholera-epidemieën van 1832 en 1848 veel dodelijke slachtoffers had gekend, kwam er na de introductie van duinwater veel beter van af. Een gepast huldebetoon dus voor Van Lennep! Verder lopend kwamen wij bij de ingang van het Westerpark, in 1891 in Engelse landschapsstijl aangelegd op de plek waar tussen 1842 en 1878 het Willemspoortstation (met bijbehorende emplacementen), eindpunt van de spoorlijn uit Haarlem, had gelegen. Aansluitend aan dit park ligt een tamelijk recent park op het terrein van de vroegere Westergasfabriek. In deze fabriek, met Engels kapitaal opgericht, werden vanaf 1883 tot in de jaren ’60 van de vorige eeuw steenkolen vergast voor de productie van stadsgas (in het begin vooral gebruikt voor de verlichting van straten en grote gebouwen). De plek aan de Haarlemmertrekvaart was goed gekozen: genoeg ruimte en een gemakkelijke aanvoer over water en spoor van de kolen. Architect Isaac Gosschalk (1838-1907), ook bekend van het station in Groningen, heeft veel van de gebouwen ontworpen, waarbij hij teruggreep op de Hollandse renaissancestijl.

Twee van de gashouders zijn omgetoverd tot mooie vijvers, waar je prettig omheen kunt lopen. De volgende stop, een wandelaar moet immers af en toe ook wat eten en drinken, was bij het voormalige dorpje Sloterdijk. In de 13e eeuw ontstaan aan de dijk langs het IJ, waar eerst vissers zich vestigden door de aanwezigheid van een natuurlijke haven en later ook boeren kwamen. Het dorpje kwam zelfs tot enige bloei nadat in 1632 de Haarlemmertrekvaart was aangelegd, zodanig dat in 1664 een (nieuwe) kerk werd gebouwd, de nog altijd bestaande Petruskerk. Deze Petruskerk is er zelfs de oorzaak van dat er iets van het dorp Sloterdijk is overgebleven. De rechten op de graven in en naast de kerk waren uitgegeven ‘ten eeuwigen dage’ en dat was voor de rechter enige decennia geleden reden de plannen van de gemeente Amsterdam tot volledige afbraak af te wijzen. Maar de verdwenen boer en boerin (een beeld van Karel Gomes) staan er nog altijd boos en verdrietig bij, hun leefomgeving is voorgoed opgeofferd aan de vooruitgang.



Door Bos en Lommer wandelend kwamen we bij een helofytenfilter in de Erasmusgracht. Helofyten zijn moerasplanten, zoals riet, mattenbies, kalmoes, lisdodde en gele lis, wortelend in de waterbodem. Tussen die wortels bevinden zich bacteriën, die een opmerkelijk goede rol spelen bij de zuivering van afvalwater, in dit geval van het water dat van de weg in de gracht vloeit. Na deze biologische excursie was het tijd voor ons tweede park van deze wandeling: het Erasmuspark. Daar is het toch al prettig toeven, maar een verrassing voor veel van de deelnemers was de in 2017 door fotografe en hovenier Elspeth Diederix aangelegde bloementuin (Miracle Garden).



De koffie bij de Terrasmus was voortreffelijk en omdat die werd aangeboden door het jubilerende Stadsdorp Gracht en Straatjes, was er alle aanleiding stil te staan bij het tienjarig bestaan daarvan.